background image
Gebed tot Jezus na de doorboring van zijn rechterzijde 
en Hart.  
O allerheiligste Lichaam van mijn Heer Jezus Christus, in welk een 
ellendige toestand aanschouw ik U!  Hoe vreselijk zijt Gij toegetakeld!   
Zonder te gruwen kan ik U niet bezien!   
Wat voor een diepe, brede, ontzettende wonde doorboort uw 
rechterzijde!  Wie toch heeft U deze toegebracht!?  Erbarme zich God!  
Was uw goddelijk Hart bij uw dood nog niet genoeg gebroken, dat het 
ook nog met de gruwelijke lans doorstoken moest worden?   
O zoet Hart van Jezus, o getrouw Hart van Jezus!  
O liefderijk Hart van Jezus!  
O beminnelijk Hart van mijn Heiland! hoe zijt Gij gewond!   
Waarlijk hieraan kan men zien hoe Gij ons bemint en hoever Gij uw liefde 
voor ons drijft, want zelfs na uw dood hebt Gij, om zo te spreken voor 
ons nog willen lijden!   
Hoe goed hebt Gij het altijd met de mensen gemeend!   
Hoeveel hebt Gij voor hun verlossing en Heil willen lijden.   
Hoeveel en grote droefheden hebt Gij uw leven lang op aarde 
doorstaan, hoeveel lijden verduurd.   
Hoe voortdurend hebben de Joden uw Hart met hun ondank doorboord.   
Hoeveel steken heeft uw langzaam sterven in de wreedste folteringen U 
toegebracht!   
Hoe heeft het geweld van uw liefde en lijden U gebroken.   
Uit liefde tot ons en onze zaligheid hebt Gij dat alles geleden.   
Door de speerstoot in uw zijde te ondergaan, hebt Gij uw liefde en 
trouw jegens ons willen bewijzen!  
Wie wenst U niet weer te beminnen, o liefdevol Hart?   
Wie wenst U niet getrouw te zijn, o zeer getrouw Hart.   
Ja, ik verlang, o zeer liefhebbend Hart,  
U met serafijnse wederliefde te beminnen.   
Ik bemin U, o beminnelijk Hart!   
Ik smaak U, o allerzoetst Hart!   
Ik geniet U, o honingvloeiend Hart.   
Is het Hart van Jezus wel iets anders dan een Hart vol goedheid en 
mildheid?   
Fascikel 31
560