zoals wij zagen: rechts van de poort die naar het binnenplein
leidde). Zij gingen niet door de naaste stadspoort (of Efraïm- of
Kalvariepoort) in de stad, maar door een poort meer zuidelijk, nl.
de poort die naar Bethlehem leidt. De naaste poort (van Efraïm)
werd gesloten gehouden en was van binnen bezet door de
soldaten, die de Farizeeën aan Pilatus gevraagd hadden, toen een
oproer onder het volk dreigde uit te breken (cfr. fasc. 31, nr.
1944).
Enige topografische bijzonderheden over het
oude Jeruzalem.
1967.
De zieneres deelde niet zelden bijzonderheden mee betreffende de
ligging van plaatsen en daalde daarbij soms in zoveel
bijzonderheden af, dat het niet altijd mogelijk was haar te volgen
of alles te begrijpen.
Op haar ziekbed vast gekluisterd, keek of keerde zij zich links en
rechts, wees met de hand in de richting der plaatsen, terwijl zijzelf
alles in de geest aanschouwde en meende dat wij zagen wat zij
zag. Voor de schrijver was niets zo gemakkelijk als de een of
andere richting met een andere te verwarren.
Toch zijn in deze paragraaf een aantal gegevens verzameld, die zij
verscheidene malen met slechts geringe onderlinge afwijkingen in
haar verhalen heeft vermeld. Ook Kalvarië en zijn omgeving met
het H. Graf beschreef zij nauwkeurig.
Hier volgen deze beschrijvingen. Voor de lezer die alles
aandachtig tot hiertoe heeft gelezen en dus Jeruzalem een weinig
kent, brengt K.‘s beschrijving praktisch geen moeilijkheden mee.
Hij kent reeds al de genoemde plaatsen.
Fascikel 31
566
|