Het volgende fascikel zal beginnen met de beschrijving van het H. Graf
die Katarina ons ervan geeft. Wij hopen er enige bijzonderheden aan
toe te voegen om daarna Katarina’s mooie verhalen te laten volgen.
Dit fascikel besluiten wij met nog de volgende bedenking.
Men zou de vraag kunnen stellen hoe men er toe gekomen is het kleine
heuveltje van 5 m hoog, rondvormig als een schedel, een berg, de
Kalvarieberg te noemen?
Vooreerst zij opgemerkt dat de H. Schrift de locus Calvariae of
Kalvarieplaats niet als berg kwalificeert, hoewel zij gemakkelijk
onbeduidende heuvels berg noemt, b.v. de berg Sion.
Reeds op grond van dit laatste wordt de naam berg gerechtvaardigd,
maar ook door de topografie.
Wij vestigden er boven reeds de aandacht op. Wanneer men namelijk de
kleine heuvel in verband brengt met de gehele oostelijke helling tot in de
stadsvallei nabij de Tempelpleinmuren, dan blijkt dit een lange en lastige
klimpartij te zijn voor een doodgemarteld mens met een enorm, zwaar
kruis beladen.
De beklimming begon op een niveau van 720 m, terwijl Jezus op Kalvarië
een peil van 755 m had bereikt. Het verschil is 35 m voor een afstand van
± 400 m.
***
Fascikel 31
584
|