Overigens blijkt uit heel haar verhaal en beschrijving der plaatselijke
omstandigheden dat beide heuvelen heel dicht hij elkander lagen.
Men herleze b.v. nr. 1971, één van onze kaartjes of schetsen voor ogen
houdend.
Zo spreekt zij van een klein dal tussen de beide kleine heuvels, de steile
verheffing van de bodem ten westen van de H. Grafheuvel; zij vermeldt
de 2 andere graven in de westelijke helling van de H. Grafheuvel en van
de bodem van de tuin die ten noordoosten van het graf naar de
stadsmuur opstijgt. De afstand van 7 minuten van Kalvarië zou
nauwelijks nog overeen te brengen zijn met deze bijzonderheid uit Joa.
19, 42: “Nu lag er ter plaats waar Hij was gekruisigd een tuin en in de tuin
een graf, waarin nog niemand bijgezet was. Daar het de
voorbereidingsdag van het paasfeest der Joden was en dit graf dichtbij
lag, werd Jezus er in neergelegd.”
Voor de door K. opgegeven afstanden zie ook VOORREDE, nr. 10 in fasc.
9.
Een ander netelig punt is dat van de verplaatste stenen en rotsdelen die,
van het Graf afkomstig, in de basiliek bijeengebracht waren.
Wij weten dat de voorkamer van het H. Graf geheel weggehouwen
werd.
Fascikel 32
599
|