reproducties is, waarvan K. hier gewag maakt, en die bekomen werden door
oplegging van doeken op het originele onder het gebed van heilige mannen?
Zo bezitten wij – wij menen dit gerust te mogen aannemen – in de afbeelding
van Turijn een authentieke portret van Christus. Zo is de Zaligmaker
tegemoet gekomen aan het zo menselijk en toch heilig verlangen van zijn
vrienden, te mogen weten hoe hun Heer en Meester en Verlosser eruit zag,
en in het bezit van een foto van Hem te zijn.
Op dezelfde wijze heeft Hij door zijn openbaringen aan K.E. ons
verlangen bevredigd om zijn leven te mogen kennen met meer
bijzonderheden dan wij er in de Evangeliën vinden.
Geheel ons commentaar van het begin tot het einde bewijst
ontegensprekelijk dat wij in K.’s openbaringen en mededelingen het
authentieke leven van Christus bezitten.
In zijn boekje ‘De ware afbeelding van Christus ontdekt’ maakt Dr. Hynek de
treffende bemerking dat het Jezus niet genoeg is geweest tot ons te komen
door zijn menswording, zich aan ons te geven in de Eucharistie, maar dat Hij
Fascikel 32
626
|