background image
Die steen was zo groot dat een volwassen man erop uitgestrekt
kon neerliggen; hij was zeer zwaar en werd nu met behulp van de
hefbomen, die men bij de ingang van de tuin uit de palen had
geheven, in de voorkamer tegen de dichtgemaakte deur van de
grafcel gewenteld. De eerste ingang van de grot (d.i. de open
voorzijde van de voorkamer) werd met een lichte deur van
vlechtwerk toegemaakt.
Alle werkzaamheden in de grot had men verricht bij toortslicht,
aangezien het binnen donker was. Gedurende de graflegging zag
ik in de nabijheid van de tuin en van de Kalvarieberg meerdere
mannen die angstig en treurig heen en weer dwaalden. Ik
vermoed dat het leerlingen waren, die op het bericht van
Abenadar uit de bergspelonken door het dal (Geënnom en Gihon)
naar hier gekomen waren om zich van de feiten te overtuigen,
waarna zij, naar ik zag, zich weer terugtrekken.
De terugkeer van het graf. – Sabbatviering
(Lk. 23, 56).
1990.
Het was nu de tijd dat de sabbat begon. Nikodemus en Jozef
begaven zich naar de stad door een kleine poort, die in de
nabijheid van de tuin door de stadsmuur leidde en die hun door
een bijzonder voorrecht tot privaatgebruik toegestaan was
In zover ik me er nog iets van herinner, kan dit stuk ongeveer deze vorm
gehad hebben:
Fascikel 32
634