Op de dag van het oordeel zal de Vader des huizes hun van
het laatste halmpje rekenschap vragen.
Bemerking.
Het boek door Brentano in 1833 uitgegeven draagt de titel ‘Het Bitter
Lijden van Onze Heer Jezus Christus’.
Feitelijk is het Bitter Lijden hier geëindigd.
Vreugde vervult ons, omdat nu alle leed geleden is en God verzoend en
weer tevreden is. Verzoening is door Jezus bewerkt eens en voorgoed.
Nochtans is het boek niet ten einde, omdat Christus’ lijden geen
eindpunt is; zijn dood bloeit open in een nieuw leven; zijn schijnbare
nederlaag wordt een openlijke en eeuwige triomf.
De smadelijk gekruisigde Verlosser stijgt glorieus levend uit het graf op.
Om volledig te zijn, moeten dus de lijdensgeschiedenis en dit boekdeel
door het verhaal en de bewijzen van Jezus’ Verrijzenis vervolledigd
worden.
WIJ zouden reeds Jezus’ heerlijkheid en onsterfelijkheid willen bezingen
en onze vreugde uitgalmen. Maar voor hen die de gebeurtenissen
meemaakten, was Jezus’ zegepraal nog niet zo duidelijk: ze weenden en
treurden in onzekerheid. De volkomen zekerheid zou voor sommigen
nog dagen, voor anderen zelfs nog weken uitblijven.
Laten wij terugkeren tot hen die in het Cenakel nu in bange afwachting
leven. Laten wij verder luisteren naar het verhaal van de zienster.
Haar verhaal sluit aan bij nr. 2000.
Fascikel 32
697
|