Als men de kerk binnentreedt, (op grondplan cijfer 1, er is maar één
ingang), heeft men aanstonds rechts achter de deur een trap van 19
treden. Hij wordt genoemd de Latijnse trap, omdat de westerlingen
altijd deze trap gebruiken om op Kalvarië te komen. De hoogte is 4,75
m. Boven komt men in een kapel met 2 beuken. De hele ruimte is
immers door 2 pijlers in 2 kapellen verdeeld. Deze zijn deemsterig en
laag, hebben ongeveer dezelfde grootte, zijn 13 m lang en elk 4,50 m
breed. Met 200 man zijn beide kapellen stampvol.
In de eerste kapel rechts heeft men aanstonds, 4 m van de deur de
plaats waar Jezus van zijn klederen beroofd werd.
Fascikel 32
736
|