die het ware kruis uitwerkte, nadat de 2 kruisen der moordenaars
daartoe te vergeefs waren aangewend.
Wanneer men uit de ondergrondse kapellen weer in de koorgang komt,
heeft men onmiddellijk links de kapel van de verguizing (36), zó
genaamd, omdat onder het altaar een stuk kolom bewaard wordt,
waarop, naar men zegt, de soldaten van Pilatus Jezus deden neerzitten
om Hem de doornenkroon op het hoofd te drukken; de herkomst van
het stuk kolom is echter geheel onzeker (zie Suppl. D.B. Colonnes, k.
66). Volgens K. werd het voetstuk van een kolom hiervoor gebruikt, van
een bepaald soort (zie fasc. 30, nr. 1890).
Van hier volgt de processie verder westwaarts de koorgang, die tussen
Kalvarië en het koor van de Grieken loopt. Twee meter voorbij de kapel
der verguizing komt men voorbij een trap (37) van 3 treden die opvoert
naar de refter van de Griekse monniken (38) die aanleunt tegen het
oosteinde van Kalvarië.
Fascikel 32
742
|