| daaromtrent meegedeeld en ook had Hij hun het bevel gegeven dit alles later, samen met zijn vroegere leringen over dit onderwerp, ook aan de anderen te onderwijzen (cfr. fasc. 23, nrs. 1092-1099). Ik zag nu eerst Petrus en Joannes aan de 8 overige apostelen, die in een kring rondom hen stonden, de geheimleer, welke Jezus hun had toevertrouwd, bekend maken, alsook de wil des Heren betreffende de wijze om dit Sacrament uit te delen en ook om de minder onderrichte leerlingen in dit mysterie in te wijden. Op bovennatuurlijke wijze zag ik ook door Joannes gezegd worden al wat Petrus zegde. 2039. Alle apostelen hadden hun witte feestklederen aan; boven deze hadden Petrus en Joannes ook een stool aan, die over de borst gekruist neerhing en door een sluithaak samengehouden werd; de overige apostelen droegen een stool, die van de ene schouder dwars over de rug en de borst tot onder de andere arm hing, waar ze met een haak kruisgewijze vastgemaakt was. Petrus en Joannes waren reeds vroeger door Jezus tot priesters gewijd; de overigen waren nog als diakens. Na dit onderricht kwamen ook de H. Vrouwen, ten getale van negen, in de zaal (voorzaal). Petrus nam het woord en onderrichtte ze. Joannes ontving nabij de ingangpoort in het huis van de keukenmeester 17, naar ik telde, van de beproefdste leerlingen, die zich reeds het langst bij de Heer hadden aangesloten (fasc. 29, nr. 1746). Fascikel 33 748 |