| Eerste communie van de apostelen. 2043. Maandagmorgen, 2 april. – Deze morgen zag ik de H. Vrouwen in het huis van Maria Markus. De apostelen hadden in de voorzaal van het huis van het Avondmaal en de leerlingen in de zijzalen geslapen. (De middenzaal was voortaan een heilige plaats; zie nr. 2038, voetnoot 210). Ik zag in de vroege morgen Petrus en Joannes met Andreas in het huis van het Avondmaal treden (in de middenzaal). Zij bekleedden zich met hun priestergewaden en de overige apostelen buiten de middenzaal deden hetzelfde in de voorzaal. De 3 apostelen openden daarop het gevlochten tapijten voorhangsel (de scheidsgordijn tussen middenzaal en de achterplaats) en gingen in het Allerheiligste (nl. de achterplaats, die als het Allerheiligste van de tempel was). Dit was door gordijnen tot een zelfstandige kamer afgesloten, die een tentgewelf of verhemelte had (zie fasc. 29, nr. 1746, ev.). Fascikel 33 753 |