Dit tentdak was niet zo hoog als de zaal en kon door middel van
een met kwasten versierd, neerhangend touw zó geopend worden,
dat het licht door de ronde vensteropeningen, die zich boven in de
zaal bevonden, naar binnen viel. In dit aparte kamertje stond de
tafel van het Avondmaal en hierop overdekt de kelk met zijn
bijapparaat (cfr. fasc. 29, nr. 1752).
Fascikel 33
754
|