| Zij stonden gerangschikt in 3 kringen rondom Hem, waarvan de binnenste gevormd was door 10 apostelen, want Tomas was afwezig (Joa. 20, 24). Wonderbaar scheen mij wat ik zag, namelijk, dat een deel van zijn woorden en mededelingen slechts door de 10 apostelen vernomen werd; ik zeg ‘vernomen’ niet: ‘gehoord’, omdat ik Jezus de lippen niet zag bewegen. Hij schitterde; er straalde licht uit zijn handen, uit zijn voeten, uit zijn zijde, en ook uit zijn mond op hen, als ademde Hij hen aan; en dit licht drong door en stroomde tot in hun binnenste, en zij werden er zich bewust van en hadden vernomen en begrepen – hoewel ik geen gesprek met de Hij sprak verder: “Dit is het wat Ik tot u heb gesproken, toen Ik nog bij U was: Alles moet worden vervuld wat in de Wet van Mozes, in de profeten en de psalmen van mij geschreven staat.” Toen verhelderde Hij hun inzicht, zodat zij de Schriften konden verstaan en Hij zegde hun: “Zo staat er geschreven dat de Christus zou lijden en op de derde dag uit de doden verrijzen, en dat in zijn Naam bekering tot VERGIFFENIS DER ZONDEN zou worden gepreekt aan alle volken, te beginnen bij Jeruzalem. Gaat hiervan getuigen.” *** Bij Joannes staat er: Toen het al laat was op die eerste dag der week en de deuren gesloten waren, waar de leerlingen zich bevonden uit vrees voor de Joden, kwam Jezus binnen en plaatste zich in hun midden en sprak tot hen: “Vrede zij u!” En na deze woorden toonde Hij hun zijn handen en zijde. De leerlingen verheugden zich bij het zien van de Heer. Nogmaals zegde Hij hun: “Vrede zij u! Zoals de Vader Mij heeft gezonden, zo zend Ik u.” En toen Hij dit gezegd had, blies Hij over hen en sprak: “Ontvangt de H. Geest. Wier zonden gij vergeeft, hun zijn ze vergeven. Wier zonden gij behoudt, hun zijn ze behouden.” Tomas echter, één van de twaalf, ook Didymus genaamd, was niet bij hen, toen Jezus kwam. Fascikel 33 776 |