142, voetnoot 321 en nr. 143), hebben zij hun poorten voor de
moordenaar geopend.
Simon van Cyrene is nu in Betanië bij de leerlingen. Ik meen dat
hij daar 2 van zijn zonen onder de leerlingen aangetroffen heeft,
wat hij te voren niet wist. (De evangelist Markus noemt hen
Alexander en Rufus: Mk. 14, 21). Hij is een deugdzaam man uit
Cyrene, die in de heilige tijd van Pasen naar Jeruzalem placht te
komen. Hier arbeidde hij bij verscheidene families die hem
kenden, in de hoven en tuinen en snoeide de hagen. Dan at hij nu
in het een en dan in het ander huis; hij was zeer vreedzaam van
aard en rechtschapen. Zijn zonen waren ook reeds vrij lange tijd
in de vreemde en nu bij de leerlingen aangesloten, zonder dat hij
dit wist, zoals dit niet zelden met kinderen van arme mensen
gebeurt.
2059.
4 april. –
De op weg zijnde leerlingen, die verspreid reisden, kwamen vóór
Sikar in een grote herberg tezamen, waar de Heer bij zijn laatste
Fascikel 33
784
|