| hebben, met de leerlingen achter Samaria naar een kleine stad ter zijde van de weg gegaan, en was daar gebleven tot heden, woensdag, en nu in de avond van deze dag was hij te Taänat-Siloh bij de apostelen gekomen. Ik vernam dit in een bijvisioen, waarin ik de gewesten overzag waar zich de apostelen bevonden: ik ontwaarde Tomas alleen in een afgelegen stad met nog 2 andere christenen. Van Mamio valt mij nog iets in: hij was bij Paulus toen tegen deze apostel een oproer door een goudsmid ontketend werd. Ook HIJ was het die de verkoopster van purper, Lydia genaamd, op de leer van Paulus opmerkzaam maakte, maar Paulus zond hem aanstonds weer verder. Hij bracht buitengewoon veel tot stand door zijn liefdevolle bemiddeling en velen heeft hij er tot de Kerk gebracht. Hij was ook eenmaal daar waar Paulus gevangen zat. Dit doet me nu ook aan Silas denken (die de medegevangene van Paulus was). Ook deze metgezel van Jezus op de reis naar Chaldea is gewis als leerling bij Paulus geweest, aan wie hij, naar ik meen, vele gebeurtenissen en bijzonderheden heeft meegedeeld. Oogslag op Jeruzalem. 2062. Te Jeruzalem gingen in deze dagen de mannen van de partij der hogepriesters in alle huizen rond, waarvan de bewoners in verbondenheid stonden met Jezus en de leerlingen, verklaarden hen ontzet uit hun openbaar ambt en alle gemeenschap met hen verbroken. Nikodemus en Jozef van Arimatea hadden sedert Christus’ graflegging geen betrekkingen meer met de Joden onderhouden. Jozef was een Joodse oudste (lid van de Hogeraad); hij genoot onder de Joden een hoge waardering, want hij was een man, die door zijn stille verdiensten en gestadige bescheiden werkzaamheid de hoogachting van allen, zelfs van de bozen had weten af te dwingen. Fascikel 33 788 |