Vóór deze bank knielden Petrus en aan zijn zijden Joannes en
Jakobus; zij hielden een overweging of gebedsoefening, waarin
zij de heilige instelling des Heren (de Eucharistie) en zijn lijden
overdachten en een inwendige offerande opdroegen.
Hierna kwamen zij onder de lamp staan en begonnen zij de
gewone sabbatviering.
Wat de 3 apostelen deden was de voor‐(sabbat)oefening, waaraan
een na‐oefening zal beantwoorden. Hierin bestond de afwijking van
de gewone sabbatviering.
Reeds zegden wij dat deze na‐oefening, zich verder ontwikkelend,
het begin is geweest van de viering van de zondag (nr. 2054,
voetnoot 220).
Pas nadat zij met dit alles klaar waren, namen zij de maaltijd in de
voorzaal.
2068.
In de eetzaal zelf (middenzaal) heb ik hen na de instelling van het
H. Sacrament geen eigenlijke maaltijd meer zien gebruiken, maar
wellicht nog wat brood en wijn zien nuttigen.
Jezus had hun, toen Hij binnen de gesloten deuren
verschenen was, deze toevoeging aan de sabbatdienst
ter ere van het H. Sacrament geleerd.
Deze nacht heb ik iets gezien, wat er betrekking op had; zo even
wist ik het nog, maar nu ben ik het weer vergeten.
***
Brentano: Op de vraag wat voor een bank vóór het Allerheiligste
geplaatst werd, antwoordde zij:
“Het was de ligstoel, waarop Christus bij de instelling van het H.
Sacrament ter tafel aanlag. Zij bedekten hem met een tapijt en
hadden de rollen, waarvan zij hun gebeden aflazen, daarop
gelegd.
Fascikel 33
795
|