background image
Nu zag ik Petrus voor Jezus knielen, die hem een
ronde bete brood als een kleine koek te eten gaf.
Ik herinner me niet een bord gezien te hebben noch waarvandaan
Jezus het brood nam, maar het schitterde.
2076.
De kennis werd mij echter ingestort dat Petrus daarmee een
bijzondere macht bekwam; en ik zag ook dat Jezus Petrus
aanademde en hem daarmee een bestuursmacht of
gezag, een kracht inblies. Dit was geen eigenlijk
aanademen, het waren woorden en een kracht, iets
wezenlijks dat Petrus ontving en meer dan louter
gesproken woorden. Jezus kwam met zijn mond
nader
- tot de mond van Petrus en daarna
- tot zijn beide oren
en stortte in deze drie deze macht.
Weer ontving ik de kennis dat dit nog niet de H. Geest zelf was,
maar iets wat de H. Geest eerst op Pinksterdag in hem weer
opwekken en levend maken en versterken moest.
Hij legde hem ook de handen op en gaf hem een
kracht en bestuursmacht over de anderen en Hij hing
hem vervolgens de mantel om, die Joannes naast hem op de
arm had, en gaf hem de staf in de hand (zinnebeeld van zijn
opperherdersambt). Hij verklaarde hem ook dat die
mantel alle kracht, gezag en oppermacht, die Hij
hem gegeven had, in hem moest samenhouden en
bewaren en zei hem wanneer hij die mantel moest
gebruiken, namelijk telkens als hij van zijn macht
gebruik wilde maken.
Fascikel 33
805