| Hierna stelden zich de aanwezige leerlingen op Jezus’ bevel in 7 onderscheiden groepen; aan het hoofd van ieder dezer groepen stond een apostel, maar Jakobus de Mindere en Tomas stonden bij Petrus; zij hadden zich op Jezus’ bevel zo gerangschikt. Het was als vertegenwoordigden zij 7 Gemeenten, 7 kerken, maar de betekenis van de groep der 3 laatsten weet ik niet. Nota van Brentano.  “Eens meende zij dat deze 3 het eerst  bisschoppen of voornamer bisschoppen moesten worden, doch zij  wist het zelf niet meer zeker.”   In zijn nieuwe waardigheid als opperhoofd richtte Petrus het woord tot allen en hij was daarbij als een ander mens en vol kracht. Zij luisterden met grote aandacht en werden door zijn woord tot tranen toe bewogen. Hij troostte hen en herinnerde hen aan vele voorzeggingen, die Jezus hun herhaaldelijk gedaan had (Mt. 16, 17-19) en die nu vervuld waren. Ik herinner mij dat hij o.m. zei dat Jezus in de 18 uren van zijn groot lijden de hoon en de versmading van de gehele wereld gedragen heeft. (18 uren, d.i. van donderdagavond 9 uur tot vrijdagnamiddag 3 uur). Ook kwam daarin voor hoeveel aan zijn 34e jaar ontbrak om volledig te zijn; ik heb dit onlangs reeds gezegd en het was juist. (Er ontbraken 34 weken aan, want naar K.’s zeggen is Jezus 33 jaren en 18 weken geworden, zie fasc. 3, nr. 88, voetnoot 192). Gedurende de redevoering van Petrus was Jezus verdwenen. Geen ontsteltenis, geen verwondering sproot eruit voort, die de aandacht van Petrus’ woord zou afgeleid hebben. Deze gaf er blijk van, met een geheel nieuwe kracht toegerust te zijn. Vervolgens zongen zij een dankpsalm tot slot van dit gebeuren. Heden heeft Jezus noch met zijn moeder noch met Magdalena gesproken. Fascikel 33 807 |