| Ik zag in het noordoosten een verlichte plaats gelijk een zon, en daarin zag ik hem als de bemiddelaar van iets wat hij van de hemel ontving en aan de aarde doorgaf. Die plaats zag ik als nog met de aarde samenhangend, maar toch gans erboven verheven en van haar (= de aarde) uit ontoegankelijk (dus geen fysische verbondenheid). Ik heb ook gezien dat het paradijs nog in die streek is, doch afgezonderd zweeft. Ik zag 4 zulke plaatsen aan de 4 wereldeinden, maar ik herinner me niet meer wat ik in die plaatsen zag. Ditmaal zag ik de plaats van Joannes niet gelijk de profetenberg, omdat ik er zelf niet op was, maar ik zag die plaats als een schitterend lichaam. Rondwandeling van Jezus met de zielen van de oudvaders. 2089. 11 april. – Ik zag Jezus na zijn verschijning bij de visvangst met de oudvaders in het gewest van Gergesa, waar Hij nog meer andere zielen uit hun verbanning verloste en ik zag Hem ook met de zielen in het paradijs (cfr. Lk. 23, 43). Ik heb bij deze gelegenheid het paradijs opnieuw en niet minder klaar en duidelijk dan vroeger gezien. Ik zag dat Hij aan die zielen alles verklaarde wat de eerste ouders door hun val alles wat hierboven gezegd is, dan is er a priori (= voorafgaand aan de ervaring (zonder onderzoek); zonder het gezien, ervaren of onderzocht te hebben) geen reden om wat zij zegt over het voortbestaan van een paradijs buiten de aarde, als flauwe kul te bestempelen. We kunnen dit probleem hangend laten, omdat het niet op te lossen of te bewijzen is, maar het heeft geen zin ermee te spotten. Fascikel 33 825 |