| vergezicht dat men hier heeft, is heerlijk. Niet ver van daar ligt ook de berg waarop de Heer eens vele mensen gespijzigd heeft en in deze streek heeft Hij ook de berg-onderrichtingen gehouden. Aan de voet van dit berggewest ligt ook een bron, ik meen: de zogenaamde bron van Kafarnaüm (= foutief, zie verder nr. 2092, voetnoot 234). Zij kwamen hier ‘s avonds aan en vonden er de andere apostelen en vele leerlingen en ook alle H. Vrouwen, uitgenomen de Moeder van God en Veronika. Ook de vrouw en de dochter van Petrus en de vrouwen van andere apostelen, ik meen van Andreas en Matteüs, waren van Betsaïda hier aangekomen. Bovendien waren hier nog vele andere mensen (hun getal ging volgens I Kor. 15, 6 de 500 te boven), en met de leerlingen kwamen er ook nog vele mee. De apostelen en leerlingen wisten dat zij hier tezamen moesten komen (Mt. 28, 7. 10; Mk. 16, 7). Zij verdeelden zich en logeerden hetzij onder afdaken, hetzij in de open lucht. 2093. Men waste elkaar de voeten en dan verhaalden Petrus en de anderen aan de overige apostelen en vrouwen het wonder van de visvangst. Zij aten ook een weinig en Petrus begaf zich dan met de overigen op de berg, waar het volk door een deel van de leerlingen reeds gerangschikt was. Op deze berg was een verdieping en hier stond in het midden een zuil of leerstoel, die van ouderdom met mos was begroeid. Men kon erin gaan en (met een trap in de zuil) naar boven stijgen, gelijk op een preekstoel. De verdieping in wier midden de zuil stond, was trap- of terrasvormig ingericht, zodat de toehoorders over elkanders hoofd konden zien. Petrus plaatste 5 apostelen aan de 5 wegen die op de berg liepen en ook dezen onderrichtten het volk, omdat rondom de preekstoel waarop Petrus wilde leren, geen plaats genoeg was voor de talrijke menigte. Petrus beklom dus de leerstoel in het midden en de overige apostelen en leerlingen en vele mensen omringden hem en hij sprak hun over het lijden en de Verrijzenis en de Fascikel 33 831 |