| Na dit nummer is 13 april weggevallen of zijn er op 13 april geen mededelingen gedaan. De apostelen leggen de weg af van Tebez naar Taänat-Siloh, waar wij hen op 14 april terugvinden. De apostelen herstellen een fout waardoor zij zieken niet hadden kunnen genezen, maar die zij nu genezen. – Oogslag op de Moeder Gods. 2095. 14 april = 29 Nisan; Sabbat. – Ik zag de apostelen in een stad (Taänat-Siloh). Ik zag dat hier ook Petrus, Taddeüs, Andreas, Jakobus de Mindere en nog een andere apostel verscheidene zieken genazen, die zij onlangs niet hadden kunnen genezen. Het was hun niet gelukt door een inwendig gebrek en hierover had Jezus hen bij zijn verschijning (in het Cenakel) berispt (nr. 2073). Dit gebrek had hierin bestaan, dat zij Jezus toen in zijn onvergelijkelijke waardigheid, in zijn uitzonderlijkheid (Abgesondertheit, in zekere zin transcendentie) hadden willen nadoen; zij hadden zich een weinig voornaam en gewichtig aangesteld en niet in ootmoed in de naam van de Heer gegeven wat zij nochtans van Hem ontvangen hadden, doch als kwam het van hen. Daarom waren zij niet geslaagd. Heden zag ik – wat een diepe indruk op mij maakte – dat zij zich voor de zieken verootmoedigden, neerknielden en hen om vergiffenis baden, omdat zij hen toen niet hadden kunnen genezen. En nu zag ik dezelfde zieken gezond worden. Onder dezen waren zelfs mensen uit Kedar. Het was hier als een gesticht van zieken, een hospitaal, waarin waterzuchtigen, maanzieken, enz. en afgezonderd ook melaatsen ondergebracht waren. Fascikel 33 835 |