| Op hetzelfde ogenblik zag ik de Heer Jezus aan haar, doch onzichtbaar voor de anderen, verschijnen en weerom verdwijnen. Maria was geheel van licht en glans doordrongen. Daarna baden zij nog en gingen uiteen. Ik zag de apostelen zich in de plechtigheid eerbiediger jegens Maria gedragen. Daarbuiten waren zij jegens haar, zoals vroeger ook met Jezus, vertrouwelijk, doch ernstig. De H. Maagd na de H. Communie. 2102. Na te middernacht het H. Sacrament ontvangen te hebben, begaf de H. Maagd zich met de andere vrouwen naar haar logies in het huis van Joannes Markus. Ik zag Maria in haar kamer in staande houding haar gebed voortzetten; zij bad het Magnificat, de lofzang van de 3 jongelingen in de vuuroven en psalm 130 (nu 131: Jahweh, mijn hart is niet trots, niet hovaardig mijn ogen, ik ga  niet op in grootse plannen, in dingen die te hoog voor mij zijn.   Neen, ik voel me zo klein en beeld mij niets in.    Zoals de zuigeling aan de borst van zijn moeder, ben ik een klein kind  voor U!  Israël, stel uw hoop op de Heer, van nu af tot in eeuwigheid.)   Reeds begon de dag te lichten, toen ik Jezus door de gesloten deur bij haar zag binnentreden en Hem lang tot haar zag spreken. Hierbij had geen omarming plaats noch enige andere aanraking of handreiking. Hij zegde haar dat zij de apostelen moest bijstaan en verklaarde haar wat zij voor hen was (natuurlijk ook voor alle gelovigen). (nr. 2100, voetnoot 241). Dit alles geschiedde op een geheel geestelijke wijze (b.v. door woorden in de geest, zonder mondelinge woorden) en het had een mystieke betekenis en uitwerking. Fascikel 33 845 |