| Hij gaf haar inderdaad met en tijdens deze mededeling ook een macht over de Kerk, een kracht en beschermingsambt, en ik zag als stroomde zijn licht in haar binnen, als doordrong Hij haar volkomen. Ik kan daar geen idee van geven. Nadat hij door de gesloten deur weer verdwenen was, bad Maria nog en legde zich dan te rust op haar bed. Telkens als de H. Maagd communiceerde – deze mededeling deed de zienster later bij een andere gelegenheid – zag ik dat de heilige gedaanten van de ene H. Communie tot de andere onverteerd in haar bleven, zodat zij de Godmens onder de sacramentele gedaanten in haar hart ononderbroken aanbad. Wanneer onder de vervolging, na de steniging van de H. Stefanus, de apostelen een tijdlang niet consacreerden, is de Kerk dus toch nooit zonder het allerheiligste Sacrament geweest, aangezien het in het hart van de H. Maagd gestadig bewaard bleef; zij beoefende dus tevens de gedurige aanbidding. (20 april). – Geen mededelingen.   Verschijning aan Simon van Cyrene. – Maria gaat naar de Olijfberg. 2103. 21 april = 6 Ijjar; Sabbat. – Het volgende vertelde de zienster op 21 april 1820 in de voormiddag  tussen 10 en 11 uur, in extatische toestand met open ogen, terwijl zij  met de hand heen en weer wees, bijna als iemand die een bijziende  metgezel op zijn weg iets verklaart wat hijzelf in het gewest ziet  gebeuren.    Fascikel 33 846 |