| toestaan. Toen dankte zij Hem ootmoedig, zelfs voor deze weigering en zij trok zich achteruit. Ik zag de Heer op een gans bijzondere wijze afscheid nemen van Lazarus. Ik zag dat Hij brood voor hem zegende en het hem te nuttigen gaf, waarbij ik het zag schitteren. Hij zegende hem nog en gaf hem tot afscheid de hand. Toen de Heer met de leerlingen het huis verliet, deed Lazarus Hem geen uitgeleide. 2118. Na een aanzienlijke onderbreking vertelde de zienster verder:   Ik zie Jezus met een omweg naar Jeruzalem gaan. (Bedoeld is de binnenweg die van Lazarus’ huis naar Jeruzalem voert aan de zuidkant van de Olijfberg, dezelfde die Jezus aanvankelijk volgde bij zijn Intocht in Jeruzalem). Zij betraden eerst de rechte (grote over de Olijfberg lopende) weg, maar sloegen spoedig een langer zijweg in. Met aanzienlijke tussenruimten volgden 4 scharen de Heer. De groep van de 11 apostelen ging met Hem. De laatste schaar was de grootste en de vrouwen sloten Jezus’ gevolg. Ik zag de Heer op deze weg schitteren en met zijn hoge gestalte boven de anderen uitsteken, maar ik weet niet of ook de leerlingen Hem zagen schitteren, zoals ik het zag. Zij konden het zich niet realiseren dat Hij hen verlaten zou en sommigen zeiden onder elkander: “Hij is reeds dikwijls voor ons verdwenen!” Kijk! Hij wijst om zich heen en zegt: “Wanneer al die steden door uw prediking zullen geloven en anderen de gelovigen zullen verdrijven, dan zal het hier een treurige tijd zijn, want alles zal verwoest worden!” Hier zweeg Katarina enige ogenblikken en vervolgde dan:   Hij zegt ook: ”Gij verstaat Me nu nog niet, maar, nadat gij heden voor de laatste maal het nachtmaal Fascikel 33 865 |