2124.
Nadat nu ook de overige leerlingen aangekomen
waren, ging Jezus in de eetzaal. Ook kwamen nog vele
anderen van de gemeente naar hier gelopen en bleven hier en daar
op Jezus staan wachten. Jezus en de zijnen namen de lange zijde
van de tafel in; deze was weer iets hoger dan gewoonlijk; de
apostelen lagen op dwarszetels. Op de plaats van Jezus was
geen zetel: Hij stond rechtop. Ook hier had Joannes weer
zijn plaats aan Jezus’ zijde; hij was vrolijker dan de overigen; hij
was in de grond van zijn gemoed geheel als een kind, nu spoedig
bedroefd en aanstonds weer getroost en opgemonterd.
De lamp boven de tafel was ontstoken. Nikodemus en Jozef
dienden op en ik zag de H. Maagd in de gang in de deur staan (in
de deur van de keuken, die in de gang uitkwam).
De Heer zegende de vis, het brood en de kruiden en
deelde alles rond. Ieder kreeg er een weinig van.
Gedurende de gehele maaltijd gaf de Heer ernstige
onderrichtingen.
Ik zag zijn woorden dikwijls als lichtstralen uit
zijn mond komen en in de mond van de een af
andere leerling sneller of langzamer ingaan, naar
gelang ieder van hen min of meer hongerig naar Jezus’
onderrichtingen was.
Men ziet dit zo, gelijk men al het heilige als licht en al het
onheilige als nacht ziet. Zo ook wordt de hevige begeerte als
honger en de verzadiging als een verslinden waargenomen.
Dit verschijnt in de visioenen duidelijk en natuurlijk en in de
extase bevreemdt het ons niet het zo te zien.
Op het einde van de maaltijd zegende de Heer ook
nog een beker, dronk eruit en reikte hem rond: allen
dronken eruit. Dit was echter niet het H. Sacrament, maar
Fascikel 33
872
|