background image
deze voor als hun middelpunt en hun voorspreekster, ja, Petrus en
de anderen bogen zich voor haar en zij zegende hen.
Op het ogenblik dat dit geschiedde, zag ik de H. Maagd op een
bovennatuurlijke wijze als met een grote, hemelsblauwe mantel
omhangen, een kroon boven haar hoofd zweven en haarzelf als op
een troon verheven. Dit was een zinnebeeld van haar
waardigheid, die mij op deze manier getoond werd. Reeds in
vroegere gezichten heb ik de apostelen vóór belangrijke
handelingen, b.v. vóór de doop op de eerste en tweede
Pinksterdag, zulk een zegen van Maria zien ontvangen.
De Hemelvaart
(Mk. 16, 19; Lk. 24, 51; Hand. 1, 9-11).
2128.
Donderdag, 3 mei. –
Tegen de morgen, met het schemeren van de dag, verliet Jezus
met de 11 apostelen het Cenakel. De H. Maagd ging dicht
achter hen en de schaar leerlingen volgde met een kleine
tussenruimte; zij gingen onbevreesd door Jeruzalems straten, waar
alles nog in rust en in slaap gedompeld was.
De Heer werd steeds ernstiger en vlugger in zijn
woorden en in geheel zijn doen. Gisterenavond scheen
Hij mij in zijn woorden veel meer tegemoetkomend jegens zijn
leerlingen (om hen te sparen in hun leed wegens het afscheid).
Ik bemerkte dat zij de weg betraden, die zij op Palmendag
gevolgd waren en ik had het inwendig gevoel dat Jezus met
hen alle wegen van zijn lijden bezocht om in hen
door onderwijzing en vermaning het levendig
Fascikel 33
876