| 
 tempel bij de Schaapspoort en de veemarkt ligt en met stenen 
gemetseld is. 
De vijver Bethesda is niet gemetseld en heeft een zandbodem en 
hierop verscheidene bronnen263. 
Het bloed van de offerdieren vloeit uit de tempel erlangs (foutief 
staat er oorspronkelijk: erin). Het loopt door goten onder het 
De oude pelgrims wezen in die richting foutievelijk de Bethesda-vijver aan. 
Daar de vijver die zij op het oog hadden, begraven en verloren was tot aan 
zijn terugvinding in 1875, meenden velen dat de oude pelgrims de vijver bij 
de Schaapspoort bedoeld hadden. 
Dit was nog het geval ten tijde van K.E. Daarom verzekerde K. dat de 
Bethesda-vijver niet met de Schaapsvijver te vereenzelvigen was. 
Uit dit en andere gevallen blijkt dat zij soms de mening van geleerden kende 
over dit of dat onderwerp. 
263 Bethesda-vijver is niet gemetseld, zoals de Schaapsvijver. – Het 
metselwerk van de Schaapsvijver vermeldde zij reeds in fasc. 30, nr. 1857 
en hierover is een bemerking geplaatst in hetzelfde fasc. na nr. 1858. 
Over deze vijver van 110 m lang bij 40 m breed en 25 m diep, staat er 
aldaar: “Hij heeft geen rotswanden, maar bestaat uit stenen van zwaar 
kaliber. De massale stenen van de zuidelijke muur zijn verborgen achter 
een latere muur van klein metselwerk, doch op de plaatsen waar dit 
verbrokkeld is, komen die steenblokken aan het licht.” 
De Bethesda-vijver integendeel heeft een zandgrond, wat niet belet dat er 
onder de dikke laag zandgrond rotsbodem is en dat hij een gemetselde rand 
had. 
Hoe uit te leggen is dat op de zandbodem verscheidene bronnen waren, dit 
wordt een moeilijke zaak. Als het gezegde juist is, moet men wel icht 
veronderstellen dat het water uit de bron Gihon die door het ondergronds 
kanaal van Ezekias de vijver bereikte, bij het uiteinde van het kanaal in 
meerdere buizen opgevangen werd en in de vijver uit de grond scheen op te 
borrelen. 
De bron Gihon springt op met tussenpozen een paar keren per dag en dit 
opspringen verwekt een beweging van het water in de kleine en grote vijver 
Siloach (de laatste = Bethesda). 
De beweging van het water door een engel, waarvan Joannes 5, 4 spreekt, 
schijnt een miraculeus karakter gehad te hebben en moet dus wel iets 
anders geweest zijn dan de natuurlijke beroering van het water, die een 
gevolg was van het opspringen van de bron Gihon. 
Fascikel 34 
931 
 |