Op het altaar stond een kleiner kelk en avondmaals- of
missebrood, beide met een doek bedekt, en daarachter een telloor
of blad met een water- en een wijnkruikje of ampul. Het blad was
ter zijde geschoven en het waterkruikje aan de ene, het
wijnkruikje aan de andere zijde van het altaar gezet.
Petrus was met zijn bisschopsmantel omhangen en las de H. Mis.
Joannes en Jakobus de Mindere dienden hem. Ik zag alles op
dezelfde wijze geschieden, gelijk Jezus het bij de instelling van
het allerheiligste Sacrament gedaan had: de opoffering, het
inschenken, de handenwassing en de consecratie. De wijn en het
water werden van verschillende zijden in de kelk geschonken, en
aan de ene zijde lagen gebedsrollen op het altaar.
Na zelf gecommuniceerd te hebben, reikte Petrus ook het H.
Sacrament of de communie uit aan zijn 2 ministri, en wel onder
de beide gedaanten. Hierop deelde Joannes het H. Sacrament uit
aan de anderen. Maria ontving dit het eerst, daarna de apostelen,
dan de 6 leerlingen die straks de priesterwijding moesten
ontvangen, en vervolgens nog vele anderen.
Zij ontvingen het H. Sacrament geknield en hierbij werd hun door
2 leerlingen, die zich aan weerskanten bevonden, een lange,
smalle communiedoek voorgehouden. Maar niemand van dezen
zag ik de kelk ontvangen.
Zes leerlingen ontvangen de priesterwijding.
2173.
De 6 leerlingen die nu de priesterwijding ontvingen, waren uit de
plaats van de leerlingen meer in het koor vooruit gebracht tot
tussen de apostelen (uit de zijzalen of -gangen van het Cenakel in
de middenzaal en tot in het Allerheiligste). Maria bracht de
kledingstukken die voor hen bestemd waren en legde deze op het
altaar. De priesterkandidaten waren ZacheĆ¼s, Natanael, Joses
Fascikel 34
956
|