Bemerking.
Hier eindigt eigenlijk de heilsgeschiedenis volgens de visioenen van A. K.
Emmerick; ze bestaat uit 3 werken, die steeds opnieuw afzonderlijk
werden uitgegeven:
het leven der H. Maagd,
het grote leven van Christus en
zijn Bitter Lijden.
Het Leven is nog aangevuld door een levensschets van de apostelen en
van een aantal leerlingen en H. Vrouwen uit de tijd van Christus en van
de apostelen.
Wij hebben deze 3 werken als één geheel beschouwd en uitgegeven.
Daar wij dan ook de chronologische volgorde in acht wilden nemen,
moesten wij uit het Leven der H. Maagd het slothoofdstuk naar hier
brengen, nl. haar laatste jaren en dood.
Eindelijk zullen wij daarna nog als een soort toevoegsel de vermelde
levensschetsen geven en daarmee het werk besluiten. Verschillende van
die schetsen zijn heel schoon en interessant.
Ze brengen mij op dit ogenblik een passage in herinnering uit het
vierdelig werk van Kan. Jacques Leclercq: ‘Proeve van een christelijke
Moraal’. Waar hij namelijk spreekt over het belang van de
heiligenverering, beveelt hij in de eerste plaats met nadruk de verering
aan van die heiligen die behoord hebben tot de kring van Jezus’
volgelingen, die met Hem hebben omgegaan, Hem gezien, gehoord,
gekend, gevoeld en aangeraakt hebben, omdat de kennis en verering
van die heiligen, apostelen, leerlingen, vrouwen ons in onmiddellijk
contact brengen met de bronnen van ons geloof, de openbaring, de
christelijke godsdienst.
Die passage kan ik helaas! niet letterlijk teruggeven; ik geef ze weer naar
de zin.
Hier bewijst K.E. ons nogmaals een kostbare dienst.
Fascikel 34
991
|