De laatste oude naam is nu vervangen door de nieuwe poëtische naam
‘Bulbul Dagh’, d.i. ‘Nachtegalenberg’. De laatste naam geeft men echter
ook aan het gebergte meer zuidelijk, waar Maria woonde.
‘Panajir Dagh’ betekent ‘berg van de Panagia’, d.i. ‘van de alheilige
Moeder van God’. Hij ontleende deze naam aan Maria, wier goddelijk
moederschap te Efeze tot dogma werd uitgeroepen.
De 2 stadmuren liepen grillig op en neer op de oneffen rug van de 2
heuvelketens waartussen de stad in de vallei en op de hellingen gelegen
was.
Aan de noordkant in de opening lag de haven, die, zoals de schuine
heuvelketen, ook Koressus heette. Door een kanaal stond ze met de
Kayster rivier in verbinding en zo met de zee. Er wordt beweerd dat de
zee toen veel dieper in het land drong en tot in de buurt ven Efeze
kwam, wat zeer onzeker is. De stad vulde geheel de ruimte binnen de
muren, doch het centrum met de hoofdgebouwen vindt men in de vallei
en op de laagste hellingen. De oostelijke heuvelketen bereikt een niveau
Fascikel 34
5
|