gestalte neer, namelijk de ziel der H. Maagd, die vergezeld
was van de verschijning van Onze Heer.
Nu verhief zich verheerlijkt uit het graf het lichaam van
Maria en verenigd met haar lichtende ziel vloog het in
gezelschap van Jezus’ heilige mensheid de hoogte in, naar de
hemel. Dit alles ligt nog in het algemeen, doch duidelijk en zeker
in mijn geheugen.
(Het volgende zal een herhaling zijn van hetzelfde feit, doch
nauwkeuriger beschreven.
Wij deden inderdaad reeds opmerken of Katarina zegt het zelf dat zij
dit visioen reeds 2 maanden eerder had gehad en daarom meende
dat zij het de tweede keer niet op de historische dag gezien had.)
2225.
Uitvoeriger herhaling van het vorige visioen.
Ik zag in de nacht (van 14 op 15 augustus) verscheidene apostelen
en H. Vrouwen in het tuintje vóór de grafrots bidden en zingen.
Een brede lichtbaan daalde uit de hemel op de rots neer en ik
zag daarin een heerlijkheid of glorie neerzweven, bestaande
uit 3 lichtkringen vol engelen en hemelse geesten, die de
verschijning van Onze Heer en Maria’s lichtende ziel
omringden.
De verschijning van Jezus Christus met helder-stralende
wondtekenen zweefde vóór haar uit.
Rondom Maria’s ziel zag ik
-
in de binnenste kring van de heerlijkheid slechts engeltjes,
niet groter dan kindertjes;
-
in de tweede kring hadden de gestalten de grootte van
zesjarige kinderen en
-
in de derde van groter jongelingen.
Fascikel 35
99
|