Na de voorgaande, keer op keer zo heerlijke en aangrijpende
beschrijvingen van het mysterie van Maria’s ten‐hemel‐opneming,
kunnen wij ons hier een ogenblik bezinnen op de grootheid onzer
hemelse moeder, koningin van hemel en aarde, haar geluk ermee
wensen, verder ons en al onze dierbaren onder haar bescherming
stellen, haar om genaden en bijstand smeken.
Dit wordt hier gedaan in naam van alle lezers, met een paar antifonen uit
de oude indrukwekkende liturgie op Maria’s Hemelvaart en met een
gebed uit de gebedenschat van P. Cochem, groot geestelijk schrijver en
volkspredikant (1634‐1712).
Fascikel 35
104
|