background image
In de uitgave van 1897 werd deze verhandeling weggelaten, maar
wij vinden het de moeite waard ze te behouden en laten ze hier
volgen:
2236.
De lezer is ongetwijfeld getroffen geworden door de zo
belangrijke mededelingen in het voorgaande kapittel.
Ze helderen immers de twistvraag op betreffende de broeders en
zusters van Onze-Lieve-Heer; ze zijn des te belangrijker en te
betrouwbaarder, daar de zienster herhaaldelijk dezelfde
openbaringen dienaangaande heeft gehad en het haar telkens
mogelijk is geweest er een duidelijk verhaal aan de Pelgrim van te
doen.
De 3 achtereenvolgende huwelijken van de H. Anna zijn zo
dikwijls en zo stellig door de zienster bevestigd, dat het
onmogelijk is er niet enige tijd bij stil te staan, al was het maar om
de bezwaren die sommige vrome zielen in die huwelijken vinden,
te ontzenuwen.
Zij begrijpen niet hoe die huwelijken in overeenstemming te
brengen zijn met de verheven roeping van de H. moeder
Anna, moeder der H. Maagd, of ook met de waardigheid van
Maria, de Moeder van God.
Hun aarzeling steunt vervolgens ook nog op de overleveringen uit
het Oud Testament en van de apostolische tijden, die H. Vrouwen,
zoals Judit, de profetes Hanna, dochter van Fanuel, hoog roemen,
omdat zij na de dood van hun echtgenoot, weduwe gebleven zijn
en zich in onthouding uitsluitend aan de dienst van God hebben
toegewijd. Hoeveel te meer, zo schijnt het hun toe, betaamde zulk
een leven aan de heilige weduwe Anna, die, volgens de visioenen
van K. Emmerick zelf, in haar huwelijk met de H. Joakim van een
wonderbare reinheid was.
Hoe is het aan te nemen dat een vrouw, die na Maria voor de
heiligste en zuiverste der vrouwen gehouden kan worden, op
Fascikel 35
127