background image
Toen kreeg de zalige Koleta op zekere dag een visioen, waarin zij
de H. Anna hoog in de glorie zag, omringd door haar talrijk heilig
nakomelingschap, en zij hoorde deze woorden:
“Hoewel ik met 3 mannen getrouwd ben geweest, toch is de
zegepralende en strijdende Kerk verrijkt met nakomelingen
van mij, die haar tot sieraad en ere strekken.”
Koleta’s hart was van dit ogenblik af zo vervuld met vertrouwen
op, en zo ontstoken van liefde jegens de H. moeder Anna, dat zij,
overal waar ze kon, de verering van de H. Anna uitbreidde en
zelfs kerken haar ter ere liet bouwen.
De namen van Anna’s gelukzalige nakomelingen had Koleta in
haar visioen niet vernomen, maar toen zij dit aan haar biechtvader
bekend maakte, aan wie wij de mededelingen van dit gebeuren te
danken hebben, voegde hij bij zijn verhaal de namen, zoals hij die
kende volgens de algemene mening van zijn tijd.
Hij kon dit met des te meer vrijheid doen, daar het de bedoeling
van het visioen niet was, de geslachtsboom van dit heilig
nakomelingschap bekend te maken, doch alleen de 3 huwelijken
der heilige Anna, haar roeping en taak in de Kerk te bevestigen.
***
Paus Benediktus XIV maakt gewag van dit visioen in zijn groot
werk ‘De servorum Dei beatificatione’, L. III, c. ult. nr. 16.
De vraag of apocriefe (d.i. valse, onechte) feiten kunnen insluipen
in visioenen en openbaringen, die overigens goedgekeurd zijn,
beantwoordt hij daarin op bevestigende wijze en haalt tot staving
van die bewering het zojuist vermelde visioen van Koleta aan:
“Zo wordt als apocrief beschouwd, gelijk Canisius en Lorinus
hebben aangetoond”, zegt hij, “het aan de H. Koleta
toegeschreven visioen waarin zou geopenbaard zijn dat de H.
Anna successievelijk 3 echtgenoten gehad heeft.”
Fascikel 35
131