background image
In het begin ging het goed. Naderhand liet de bisschop de jongen
te grote vrijheid en deze kwam dan eindelijk onder een
roversbende terecht.
Toen Joannes terugkwam en naar hem informeerde, vernam hij
dat hij in het gebergte onder de rovers was. Hij besteeg een
muilezel, daar hij oud was en de weg in het gebergte steil.
Hij ontdekte hem en bad met hem geknield om zijn bekering.
De knaap was nu een jongeling van ongeveer twintig jaar
geworden. Joannes nam hem mee en legde hem een penitentie
op; daarna is de jonge man nog bisschop geworden.
In de plaats van de nalatige bisschop stelde Joannes een andere
aan59.
59 Menig feit door K.E. hier over Joannes verteld, vindt men in zijn
levensbeschrijving in Petits Bollandistes, 27 december. In deze
levensschets zijn ze overgenomen uit de oude kerkelijke schrijvers.
Zulk een historie is het geval van de christelijke jongen, die uitgroeide tot
een rovershoofdman en door Joannes tot zijn christelijke plicht
teruggebracht werd. Deze geschiedenis wordt als authentiek erkend.
Dit geval, zoals dat van Saragossa mag volstaan om aan te tonen hoeveel
overeenkomst er meestal bestaat tussen de verhalen van K.E. en de oudste
geschiedenis van het christendom. Doch onze K. verhaalt alles op een
eigen, oorspronkelijke manier, waardoor zij, zoals eerder reeds gezegd en
betoogd, genoegzaam aantoont dat ze van andere bronnen onafhankelijk is.
Haar voorstelling is gewoonlijk veel natuurlijker en dus aanvaardbaarder.
Het mirakel waardoor Joannes staafjes of takjes in goud, en parelen in
diamanten veranderde heeft K. gemeen met de ‘Handelingen van Joannes’
door Prochorus. Dit is een apocrief verhaal, wordt gezegd in Pet. Boll., doch
wanneer men het wonder bij K. in zeer natuurgetrouwe en reële
omstandigheden voorgesteld ziet, heeft men minder moeite om het te
geloven of om in elk geval de mogelijkheid ervan niet uit te sluiten. Het zou
interessant zijn, maar het is ondoenlijk, alles wat K. hierna over het leven der
apostelen en andere tijdgenoten van Christus verhaalt, te vergelijken met
hun levensschets in Pet. Boll.
Dat Joannes doden heeft opgewekt, wordt aanvaard op het gezag van
Eusebius en Sozomenus (cfr. Pet. Boll. T. 14, blz. 491). In Pet. Boll. is
menig feit veel uitvoeriger beschreven.
Fascikel 35
179