background image
Godheid geschreven had, wat hij daarover op aarde schrijven kon
(zo verheven als dit op aarde mogelijk is). Ook bekende hij dat
hij onder het schrijven bijna gedurig in de hemel was geweest en
dat hij niets anders schrijven kon.
Nochtans droeg hij Makarius en Cajus op, aan te vullen wat een
leerling die de reis van de Heer meegemaakt had, nl. Eremenzear,
de latere Hermas, daarover te boek gesteld had. Mij werd
meegedeeld dat zij dit bevel uitgevoerd hebben; voorts dat het
werk van Makarius verloren is gegaan, maar dat het werk van
Cajus nog bestaat.
Over de geschriften van de H. Joannes zelf werden mij nog vele
omstandigheden meegedeeld, die ik niet meer weet.
Van hier is Joannes naar Jeruzalem gegaan, vervolgens naar
Rome en dan is hij naar Efeze teruggekeerd.
Ik heb vele wetenswaardigheden uit het leven van die
bisschoppen in Arabië en over de geschriften van Makarius en
Cajus vergeten.
De dood van Joannes.
2259.
Ik heb een schoon visioen gehad op de dood van de H. Joannes.
Hij was reeds zeer oud, maar zijn aangezicht was nog altijd
schoon, zacht en jeugdig. Ik zag hem te Efeze in de kerk – ik
geloof 3 dagen achtereen – het brood breken en uitdelen.
Ik meen ook dat Jezus hem verschenen was en hem
zijn dood aangekondigd had; ik herinner me dit
slechts vaag, doch dikwijls heb ik Jezus hem zien
verschijnen.
Ik zag hem hierna (na Jezus’ verschijning) in het open veld vóór
de stad onder een boom een toespraak houden tot zijn leerlingen
Fascikel 35
183