background image
3. Citaat uit Petits Bollandistes 
Het volgende citaat komt weer uit Petits Bollandistes.
“De leerlingen van de H. Tomas namen zijn lichaam en
begroeven het in de kerk, die hijzelf had gebouwd. In zijn graf
borgen zij het ijzer van de lans, waarmee men hem doorstoken
had, de gaanstok waarvan hij zich op zijn reizen had bediend en
een kruik vol aarde die met zijn bloed was doordrenkt.
In 1532 vonden de Portugezen een deel van zijn gebeente terug in
een kerk die nog overbleef midden tussen de ruïnes van de stad
Maliapoer en zij brachten het met ongehoorde luister en
plechtigheid over naar Goa. Op bevel van koning Joannes III van
Portugal nam de stad Maliapoer de naam aan San Tomé, zoals het
gehucht nu nog heet. Men plaatste in de kerk op de bodem van
het altaar (au fonds de l’autel) de steen waarop de apostel
vermoord was (of waarop hij dood neergevallen was).
In 1532 vond men zijn overblijfselen niet volkomen terug.
Oudtijds immers had men het lichaam reeds verdeeld en was er
tweemaal een aanzienlijk gedeelte naar het westen overgebracht,
nl. naar Edessa en van Edessa een deel naar Ortona (Cis-
Abruzzen).
Op beide plaatsen werden grootse basilieken opgericht, die
beroemde en drukbezochte bedevaartplaatsen werden.
***
4. Citaat van de reiziger Thevenot 
“De zogenaamde Sint-Tomas-christenen”, zo lezen wij ook bij de
reiziger Thevenot (Reizen, 1013), “roemen erop het geloof van
Sint-Tomas in zijn eerste zuiverheid te hebben bewaard.
Men vindt nog vele Sint-Tomas-christenen in de provincie Kochin
met als hoofdstad Kochin, (250 km ten noorden van de zuidpunt
of kaap Komorin van het Indisch schiereiland) en in Koelan
(ten zuiden van de voorgaande provincie, beide op de kust van
Malabar). Men vindt er ook nog veel in het gebergte of
Fascikel 36
238