background image
“In die maanden”, zo vertelt de pastoor verder, “deed hij veel
goeds in de stad en was hij een ijverige dienaar van Christus. Hij
hielp menigeen opstaan uit de zonde, bracht ongeoorloofde
verhoudingen in orde, stichtte vrede en vervulde de harten met de
vrees voor God. Tot in de minste bijzonderheden was zijn leven
te San Tomé een apostelleven.”
Dit oponthoud van Xaverius te San Tomé beschouwt zijn biograaf
als de enige verpozing van Xaverius in zijn missionarisleven (blz.
150-154), de enige rust die hij nam om op adem te komen (blz.
150-154). In het hier geciteerde, kritisch verantwoorde boek,
‘Franciskus Xaverius’ wordt de traditie betreffende het verblijf en
de dood van de apostel Tomas te Malypore als geloofwaardig, dus
zeker beschouwd.
De volgende regels zijn uit een nota op blz. 411 van dat boek:
“De overlevering, volgens welke Sint-Tomas in India gepredikt
heeft en er als martelaar is gestorven, was bekend bij Sint-Efrem,
Ambrosius, Hiëronymus, Paulinus van Nola en tal van andere
vaders en kerkelijke schrijvers. Ze vindt een verrassende
bevestiging in het feit dat er vanaf de derde of vierde eeuw een
aanzienlijke groep inheemse christenen op de Malabarkust woont.
Alleen arrogantie of ignorantie kan een dergelijk argument
lichtvaardig van de hand wijzen.
Dat de heilige te Mylapore, binnen de grenzen van het huidige
Madras, gestorven is, is zomaar geen verzinsel.
Zijn graf aldaar is geen schepping van de Portugezen in 1516,
hoewel zij zich vergisten in de mening dat zijn stoffelijk
overschot nog geheel in het graf was, want het is zeker dat het
grootste deel ervan in de derde eeuw naar Edessa (in Syrië, thans
Turkije) werd overgebracht en van daar (gedeeltelijk?) naar
Ortona in Italië.
Ten gunste van de Zuid-Indische traditie pleit op uitstekende
manier M. F. A. Cruz, in zijn klein, maar stevig boekje ‘Saint
Thomas, the Apostle of India’. (Madras, 1929).
Fascikel 36
240