Besançon in Frankrijk,

Kalamis in Nubië (Noord-Afrika, 5 uren van Hippo) en

Hippo zelf, stad van de H. Augustinus.

Hier was deze heilige in eigen persoon getuige van verscheidene grote

wonderen die hij naderhand beschreef in zijn groot werk ‘De Civitate Dei’.

Hij telde er niet minder dan 70 en nochtans waren er niet zo vele gebeurd

als in het naburige Kalamis.

Twee van die wonderbare genezingen hebben wij te pas gebracht in fasc.

26, nr. 1337, voetnoot 725). Bij de genoemde steden voegden zich later nog

Metz in de Elzas en nog andere steden, waaraan men relikwieën van de

grote Heilige had afgestaan. ( cfr. Pet. Boll. T. 14, blz. 480).

Onder de genezen zieken wordt door K. speciaal vermeld een blinde die

geholpen werd door bloemen, die hij tegen de relikwiekast hield. In Pet.

Boll. blz. 251 spreekt men van een doodzieke, hardnekkige afgodendienaar

die zich bekeerde door de kracht van bloemen, die men van bij het

reliekschrijn weggenomen en een nacht bij zijn hoofdkussen geplaatst had.

De zienster zag een deel van Stefanus’ beenderen naar Rome brengen.

“Te Rome berust het grootste gedeelte van het lichaam van de H. Stefanus.”

(Pet. Boll. T. 11, blz. 255). Zijn lichaam berust daar in een crypte achter het

hoogaltaar in de kerk van Sint-Laurentius-buiten-de-muren. Het ligt naast de

overblijfselen van de H. Laurentius. De basiliek is aan de 2 martelaren

gewijd.

In 1832 (dus na KE. werd een arm van de heilige martelaar Stefanus van

hier meegenomen door Rohan, aartsbisschop van Besançon voor zijn

Stefanuskerk.” (Pet. Boll. 14, blz. 481).

De H. Stefanus is de eerste dappere bloedgetuige geweest voor Christus; hij

heeft, door zijn leven te geven, zijn Meester het hoogste liefdeblijk betoond,

maar was ook in zijn leven hoog begenadigd, daar zijn blik tot in het hoogste

der hemelen doordrong, waar Hij nu zeker zeer machtig is op het Hart van

Onze-Lieve-Heer.

Hij is als Heilige zeer groot en zijn verering en aanroeping verdient alle

aanbeveling.

Fascikel 36

284