| 
 de zuilengang en knoopten gesprekken aan met de voorbijgangers 
die bij hen stil hielden, of met nieuwsgierigen, die zich om hen 
verzamelden. 
De derde dag werden zij vóór de stadsmagistraten gebracht en dan 
zag ik hen in 2 gescheiden groepen in 2 verschillende plaatsen 
geleid worden. De mannen bleven bij de burgemeester in het 
stadhuis, maar de vrouwen werden in een huis in de stad gebracht; 
men behandelde hen goed en bood hun spijzen aan. 
Ik zag dat zij op de plaats waar zij kwamen, zich verantwoordden 
en het Evangelie predikten en dat de burgemeester door gans de 
stad bekend liet maken dat door niemand enig leed aan deze 
mensen aangedaan mocht worden. Ik zag dat vele burgers zich 
kort daarop lieten dopen en dat Lazarus uit een groot bekken 
doopte, dat op het plein vóór de tempel stond en dat de tempel 
weldra niet meer druk bezocht werd. Als ik het goed voorheb, liet 
ook de burgemeester zich dopen. 
2330. 
Ik zag nog dat zij niet lang meer daar tezamen bleven en dat 
Lazarus als bisschop het predik- en leraarsambt in de stad 
waarnam. Magdalena scheidde zich van allen af en ging vrij ver 
van de stad een spelonk in de woestijn bewonen. Maar Marta 
begaf zich met Marcella en de andere (haar eigen) dienstmeid 
meer naar het westen (niet: oosten) in een wild rotsgewest105. 
Hier woonden reeds verscheidene vrouwen (een soort slavinnen) 
in kleine hutten die zij tegen rotsspelonken aangebouwd hadden. 
Zij werd daar gastvrij ontvangen en deze vereniging ontwikkelde 
zich later tot een kloostergemeenschap. 
105 Wild rotsgewest. – nl. het gebergte 2 uren ten zuidoosten van Tarascon. 
De naam van deze bergketen is Alpines (Alpilles). Als men van Tarascon 
oostwaarts naar Saint-Remi gaat, volgt men de noordelijke voet van dit 
bergmassief. Het bevat steengroeven, waaruit men reeds in het Romeinse 
tijdperk bouwmateriaal trok voor de bouw van de stad Arles. 
Die keten loopt van west naar oost als een reusachtige muur. 
Fascikel 36 
314 
 |