| beter dan een metselaar, gelijk zij overigens door haar praktische aanleg en gezond verstand in alle werken een handje weg had. 2332. Ik zag dat Marta eens op de oever van de stroom op zulk een stenen podium een onderrichting hield en dat een jongeling van de andere kant probeerde over te zwemmen om haar te horen, maar dat hij door de stroom mee gerukt werd en verdronk. Ik zag hierop hoe de inlanders haar daarvoor verantwoordelijk stelden en versmaadden en haar ook te laste legden dat zij die gemene slavinnen tot haar geloof bekeerd had. Ik zag ook dat de vader van de verdronken jongeling de volgende dag zijn lijk vond en het in de tegenwoordigheid van veel volk bij Marta bracht en dat hij haar zei aan haar God te zullen geloven, indien zij zijn zoon tot het leven terug kon roepen. Hierop zag ik dat Marta aan het lijk in de naam van Jezus beval weer levend te worden en dat de jongeling tot het leven terugkeerde. Het uitwerksel hiervan was de bekering van die jongeling tot het christendom, ook van zijn vader en van veel andere mensen, terwijl anderen versteend bleven en haar als een toverheks vervolgden. Ik zag ook dat een van haar reisgezellen uit Palestina, ik geloof de leerling Maximinus, die in het gewest was, haar als priester bezocht en haar de H. Communie uitreikte. Marta werkte en onderrichtte onvermoeid en bracht zeer vele mensen tot het geloof in Jezus. Magdalena sleet meer oostwaarts in een ontoegankelijke spelonk haar leven in strenge boetvaardigheid. Lazarus was nog in Massilia (= Marseille). Fascikel 36 318 |