background image
In vroeger tijden, vooral vóór Christus, bestonden hier en daar
nog gans andere gedrochten114, maar in de laatste tijd zag ik er
geen meer.
***
Citaat uit Petits Bollandistes.  
Nu zullen wij met veel belangstelling en voldoening lezen wat de traditie 
weet te zeggen over de groep van 7 personen die door de Joden op zee 
gezet en aan haar woelige baren prijsgegeven werden.   
In Petits Bollandistes is hun leven, heel speciaal dat van Lazarus (17 
december), van Magdalena (22 juli) en van Marta (29 juli) met behulp 
van de evangelie‐ en traditie‐gegevens prachtig beschreven.   
Voor het evangelisch gedeelte moet het beeld dat K. ons van die 
personen in de loop van Jezus’ levensverhaal schetste, niet onderdoen.  
Ook aan het traditioneel gedeelte beantwoordt treffend de inhoud van 
het kapittel over Magdalena dat zojuist is gegeven.  Het voornaamste 
daaruit laten wij nu volgen.  
Zie aldaar (fasc. 24, nr. 1235), vooral voetnoot 665, waar ook dingen gezegd
worden die passen bij de volgende nota:
114 … bestonden nog andere gedrochten. – Zulk een uitgeroeid dier, hoewel
beminnelijk, is de mammoet. Toen men eens een stuk been van een
oerdier, waarvan men toen nog niets naders afwist, bij K. bracht, zag zij
opeens een kudde witte dieren en zij beschreef nauwkeurig de mammoet,
van welk dier het stuk been blijkbaar afkomstig was.
Natuurgeleerde Malfatti, maakte later op die beschrijving de volgende
bedenking: “In het jaar 1821, wanneer men het bestaan van dat dier nog niet
vermoedde en waarvan K. ook de naam niet kende, beschreef zij nochtans
dit dier zo juist als wij het pas sedert 1901, na de vondst van een
mammoetgeraamte aan de Beresowska-rivier in Siberië enigszins vermogen
te doen.
De beschrijving die K. ervan geeft, vindt men in haar leven door Schmöger
beschreven: ‘Vie d’A.C.E’, III, 438.
Waarom zou dus ook de draak niet hebben kunnen bestaan, aangezien de
zienster er gewag van maakt als van iets onbetwijfelbaars, zoals zij de
mammoet bekend maakte, eer men er iets van vermoedde?
Fascikel 36
322