background image
Ligging van de grot van Magdalena.  
Wanneer men Marseille verlaat en oostwaarts gaat, volgt men een vallei 
die parallel loopt met de zeekust, doch door een bergketen ervan 
gescheiden is (zie kaart hiervoor).   
Tegenover deze bergketen die men aan zijn rechterhand heeft, verheft 
zich links aan de noordkant van de vallei een andere bergketen.  Na een 
weg van 3 uren gaans, staat men vóór een derde hoge bergketen, die de 
vallei ten oosten verspert of afsluit, hoewel niet geheel, want de vallei 
verlengt zich tussen de 2 gebergten in noordoostelijke richting.  Gezien 
op een afstand schijnt de horizontale vallei door het gebergte in het 
oosten gesloten en een reusachtig amfitheater te vormen.  Het oostelijk 
bergmassief is het zogenaamde Sainte‐Baume gebergte.  De keten is 
gericht van zuidwest naar noordoost en rijst op een weinig ten noorden 
van de zeebaai ‘La Ciotat’.  Een klein zuidwestelijk deel van de keten ligt 
in het departement Bouches‐du‐Rhône het overige ten oosten in dat van 
Var.  
Sainte‐Baume is een uiterst woest en hoog bergmassief en desolate 
eenzaamheid.  Was niet Magdalena’s heiligdom daar, geen mens zou er 
zich op wagen.  De 3 hoogste spitsen bereiken een hoogte van 1114 m, 
1120 m en 1154 m.   
In Magdalena’s tijd moest men om de uitdrukking van een oud pelgrim 
te gebruiken, de berg meer beklauteren dan beklimmen.  Boven heeft 
men op verschillende plaatsen een heerlijk vergezicht over de bergen 
van Provence en op de zee.  De berg heeft zijn naam van ‘de grot Sainte‐
Baume’ of ‘Balme’, een provencaals woord dat ‘grot’ betekent.   
De grot waarin Magdalena gewoond heeft, ligt nabij de top.  
Als men uit het westen Magdalena’s verblijf begint te naderen, komt 
men eerst bij het hotel Sainte‐Baume.  Enige stappen erachter strekt het 
grote bos Sainte‐Baume zich uit, met een oppervlakte van 138 hectaren.  
Door een koninklijke verordening werd het van uitroeiing gevrijwaard.  
Men volgt langs dit woud een opstijgend pad en na een half uur gaans 
bereikt men een kruispunt van paden aan de voet van een steile 
rotswand.  Hier slaat men rechts af en komt na nogmaals 10 minuten 
gaans, eerst langs slingerpaden, daarna langs trappen, op een klein 
terras dat zich vóór de grot Sainte‐Baume uitstrekt.  Op dit terras heeft 
Fascikel 36
329