background image
Nu zag ik hem met grote haast de terugreis naar zijn vader
ondernemen. Deze zag meermalen per dag naar hem uit want hij
stierf bijna van heimwee naar zijn zoon. Hem thans in de verte
ontwarend, snelde hij hem tegemoet.
De zoon viel op de knieën, de vader omarmde hem en thuis
gekomen riep hij de knechten; zij kwamen en brachten aanstonds
klederen, een ring en schoenen; ze waren blij en zeer gedienstig.
Er werd een kalf geslacht, er kwamen gasten en ik zag een
maaltijd geheel op Joodse wijze; men lag aan tafel aan. Ik zag de
gasten vreugdeliederen zingen en op de fluit spelen, er heerste een
buitengewone vreugde.
Ik zag ondertussen de oudste zoon op een akker; hij wilde weten
wat dit gerucht op het hof te betekenen had; hij luisterde, hij
naderde het huis; hij ondervroeg een knecht; hij bleef buiten
staan, maar de vader kwam uit het huis. De oudste zoon was vol
nijd en ergernis en zeer bleek; hij antwoordde iets aan de vader.
Ik zag ook dat men binnen rond de tafel stond en dat men een lam
at. Het lag heel en al op de schotel met de kop op de voorpoten.
Ik zag na deze parabel dat de oudste broer en de verloren zoon
veel broeders op aarde hadden. Ik zag onder deze verloren zonen
velen die zich uit onervarenheid, lichtzinnigheid en hovaardige
laatdunkendheid van de Kerk afwendden en het vaderhuis
verlieten. Maar ik zag ze daarna, nadat zij in hun ellende tot het
vaderhuis teruggekeerd waren, dikwijls waardiger en daarom
beter behandeld worden dan de thuisgebleven broeders, die altijd
door de genade gevoed werden, maar toch misnoegd en nijdig of
afgunstig waren.
De morrende Farizeeën en schriftgeleerden hielden zich steeds op
een afstand gelijk de oudste zoon, de broer van de verloren zoon.
Fascikel 37
367