|
BET-ULIË
BET-ULIË 1
.
Fasc. 9, nr. 218
Hoogste punt van het gebergte Toeran even ten zuidoosten van
Baineh, 16 km ten westen van Tiberias en anderhalf uur ten
zuidwesten van de Baden van Betulië of wellicht ook de
heuvel Nimrin (397 m); beide plaatsen liggen 3 km ten
zuidwesten van de baden.
Door zijn betekenis ‘heldere, gezonde wateren’ wijst Nimrin
zonder twijfel op de wateren waarmee deze baden gevoed
worden: de wateren van Nimrin.
BET-ULIË 2,
o
Fasc. 13, nr. 410.
De heuvel Adjoel, middelste top van de kleine Hermon of Dj.
Dahy, 1 km ten zuiden van, en boven het Bijbelse Endor, 2 km
ten westen van Toemra en 6 km ten zuiden van de Tabor.
BET-ZOBRA
o
Fasc. 11, nrs. 327, 510
Aireh, 22 km ten noordoosten van Jericho, 12 ten oosten van de
Jordaan.
BEZEK
BEZEK 1
o
Fasc. 17, nrs. 671, 678
Tleilat el-Maleh, een half uur van de Jordaan, bij de wadi
Maleh (noordkant, 2 km ten westzuidwesten van Sakut, 15
km ten zuiden van Skytopolis).
Fascikel 37
395
| 