29. Terstond na de verdrukking dier dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal haar
glans niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de machten der hemelen zullen
wankelen.
30. En dan zal het teken van de Zoon des mensen verschijnen aan de hemel en dan zullen alle
stammen der aarde zich op de borst slaan en zij zullen de Zoon des mensen zien komen op de
wolken des hemels, met grote macht en heerlijkheid.
31. En Hij zal zijn engelen uitzenden met luid bazuingeschal en zij zullen zijn uitverkorenen
verzamelen uit de vier windstreken, van het ene uiterste der hemelen tot het andere.
32. Leert dan van de vijgeboom deze les: Wanneer zijn hout reeds week wordt en de bladeren
doet uitspruiten, weet gij daaraan, dat de zomer nabij is.
33. Zo moet ook gij, wanneer gij dit alles ziet, weten, dat het nabij is, voor de deur.
34. Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, voordat dit alles geschiedt.
35. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
36. Doch van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, ook de
Zoon niet, maar de Vader alleen.
37. Want zoals het was in de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn.
38. Want zoals zij in [die] dagen vóór de zondvloed waren, etende en drinkende, huwende en
ten huwelijk gevende, tot op de dag, waarop Noach in de ark ging,
39. en zij niets bemerkten, eer de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst
van de Zoon des mensen zijn.
40. Dan zullen er twee in het veld zijn, één zal aangenomen worden en één achtergelaten
worden;
41. twee vrouwen zullen aan het malen zijn met de molen, één zal aangenomen worden, en
één achtergelaten worden.
42. Waakt dan, want gij weet niet, op welke dag uw Here komt.
43. Maar weet dit: Als de heer des huizes geweten had, in welke nachtwaak de dief zou komen,
hij zou gewaakt hebben en in zijn huis niet hebben laten inbreken.
44. Daarom, weest ook gij bereid, want op een uur, dat gij het niet verwacht, komt de Zoon
des mensen.
45. Wie is dan de trouwe en verstandige slaaf, die de heer over zijn dienstvolk gesteld heeft om
hun op tijd hun voedsel te geven?
46. Zalig die slaaf, die zijn heer bij zijn komst zó bezig zal vinden.
47. Voorwaar, Ik zeg u, dat hij hem over al zijn bezit zal stellen.
48. Maar als die slaaf slecht was, en in zijn hart zou zeggen:
49. Mijn heer blijft uit, en hij zou beginnen zijn medeslaven te slaan en met de dronkaards zou
eten en drinken,
50. dan zal de heer van die slaaf komen op een dag, dat hij het niet verwacht, en op een uur,
51. dat hij het niet weet, en hij zal hem folteren en hem in het lot der huichelaars doen delen.
Daar zal het geween zijn en het tandengeknars.
Uit: NBG-vertaling 1951
***
Hier bleef Jezus nauwelijks een kwartier. Men zag de tempel
vandaar onbeschrijfelijk schoon868.
868 Vandáár is de tempel … nl. van de plaats waar later de Eleona of eerste
kerk van de Olijfberg gestaan heeft en waarvan in 1925 met de herbouw
begonnen werd.
Fascikel 28
3265
|