Maar er steeg ook een reeks beelden uit de afgrond omhoog, valse
leugenbeelden en ik zag dat de engelen er zich tegen te weer
stelden en ze ter zijde gooiden. Veel dergelijks heb ik gezien, wat
ik nu weer vergeten ben.
Wat ik van die drogbeelden nog indachtig ben, is het volgende.
Ik zag een Kerk uit de afgrond omhoogstijgen, ongeveer in de
vorm waarin zich de heilige algemene Kerk aan mij altijd
vertoont, wanneer ik ze niet als een bepaald lokaal kerkgebouw,
maar als de heilige katholieke algemene Kerk zie, met dit verschil
nochtans dat deze laatste een toren boven haar ingang heeft, wat
niet het geval is met de kerk die zich uit de afgrond verheft.
Deze kerk was zeer groot, maar een valse kerk.
De engelen stieten haar ter zijde, zodat ze scheef kwam te staan.
Ik zag vervolgens een grote platte beker verschijnen, die aan zijn
ene kant een drinknip had. Hij probeerde in de valse kerk in te
gaan, maar werd eveneens ter zijde gesmeten.
Hierop zag ik de engelen een andere kelk bereiden; hij had de
vorm van de avondmaalskelk en ging in de toren waarin ook de
Maagd haar intrek had genomen.
Nog zag ik een stompe toren of bouwwerk met vele poorten
verschijnen. Door deze poorten zag ik hele scharen binnengaan.
Hieronder herkende ik figuren als Abraham en de kinderen van
Israƫl; ik meen, dit betekende de slavernij in Egypte.
Ik zag een ronde, van trappen voorziene toren omhoogstijgen die
ook op Egypte betrekking had. Ook deze werd weggeduwd en
kwam eveneens scheef te staan. Ik zag een Egyptische tempel
omhoogstijgen die goed geleek op die aan wiens zoldering (of plat
dak) ik de Egyptische afgodspriesters het beeld van een
gevleugelde maagd heb zien vasthechten (fasc. 2, nr. 34) nadat
een bode van Elias hun aangekondigd had dat een Maagd het Heil
van de wereld zou voortbrengen.
Fascikel 37
357
|