Jezus te Gofna.
245.
Op zaterdag, 22 september, zag ik Jezus te Goer in de herberg
alleen bidden. Dit Goer lag niet zeer ver van de stad Megiddo en
van een vlakte van dezelfde naam57, en ik heb vroeger nog wel
gezien, als moest tegen het einde van de wereld een veldslag
tegen de antichrist in die vlakte geleverd worden (cfr. Apok. 16,
14-16)58.
Met het dagaanbreken stond Jezus op, rolde zijn bed tezamen
(fasc. 3, nr. 72, voetnoot 165), gordelde zich59, legde een geldstuk
op het bed en begaf Zich op weg. Ik zag Hem paden volgen, die
langs verscheidene steden en dorpen liepen, waartussen Hij
doorging. Hij kwam met niemand in aanraking en nam nergens
zijn intrek; ik zag Hem nabij de berg Gerizzim bij Samaria
voorbijkomen; de berg lag aan zijn linkerzijde en Hij trok
zuidwaarts door. Hier en daar zag ik Hem bessen en enige
vruchten plukken en eten, en in de holte der hand of met een
holgebogen blad water scheppen en drinken.
‘s Zondags kwam Hij tegen avond in een stad met name Gofna in
het Efraïmgebergte; ze lag op een verscheurde, oneffen grond,
57 Vlakte van dezelfde naam. – De Esdrelonvlakte wordt ook wel eens vlakte
van Megiddo genoemd. In elk geval wordt naar Megiddo soms genoemd het
onderdeel van de Esdrelonvlakte, dat zich rondom Megiddo uitstrekt. – Naar
Megiddo vluchtte koning Ochozias, na op de klimweg van Gur dodelijk
gewond te zijn. Daarom heeft K. boven in nr. 245 sprekend over Gur,
vermeld dat het niet zo ver van Megiddo ligt.
58 Ik heb vroeger gezien. – nl. in een zinnebeeldig visioen op de passage 16,
14-16 van Apocalyps. In de Esdrelonvlakte hebben in de loop der eeuwen
tot in onze dagen zoveel veldslagen plaats gehad, dat de schrijver van de
Apocalyps zich de laatste definitieve strijd tussen de Antichrist en Christus
moeilijk elders kon voorstellen.
59 Gordelde zich. – In het oosten: fellah’s (boerkes) en schamele mensen
leggen zich gekleed te slapen, maar hun gordel leggen zij af (cfr. H. Land, 1e
jg. blz. 103).
Fascikel 10
132
|