Een notitie over een broer van de H. Jozef, die men verder nog
aantreft in fasc. 35, nr. 2265 en die hier niet van pas komt, laten
wij hier bijgevolg wegvallen.
Joannes de Doper wordt aan Zakarias beloofd.
77.
Ik zag Zakarias in vertrouwen aan Elisabet bekennen dat hij zich
neerslachtig voelde, omdat zijn diensttijd in de tempel te
Jeruzalem voor de deur stond; hij ging er telkens opnieuw met een
zwaarmoedig hart naartoe, dewijl (= aangezien, omdat) hij er,
wegens de onvruchtbaarheid van zijn huwelijk, met misprijzende
blikken bekeken werd. Zakarias kwam tweemaal in het jaar aan
de beurt om dienst te doen in de tempel173.
Zij woonden niet eigenlijk in Hebron, maar in Joetta174.
Te Hebron woonden priesters van een lager rang; die van Joetta
waren voornamer. Zij erkenden Zakarias als hun overste en
hoofd. Hij en Elisabet stonden hier bij hen hoog in aanzien
wegens hun deugd en ook hun zuivere afstamming van Aäron
(Lk. l, 5)175.
173 Tweemaal dienst in het jaar. – De priesters waren in 24 klassen verdeeld,
die om de week elkaar in de altaardienst aflosten. Dus kwam iedere klas
tweemaal in het jaar aan de beurt.
Ook waren de jaren bij de Joden 10 dagen korter en moest er ongeveer bij
ieder derde jaar een maand toegevoegd worden.
174 Hebron weet iedereen liggen. Zakarias’ huis lag 3 km meer noordelijk en
Joetta ongeveer midden tussen beide. Verder bij nr. 91 plaatsen wij een
kaart met wat uitleg erbij, zodat alle plaatsen en het huis goed gelokaliseerd
zullen zijn.
175 Aäron was een afstammeling van één der 12 aartsvaders, Jakobs zoon
Levi. Aan Aäron en zijn nakomelingen werd het priesterschap toevertrouwd.
De overige afstammelingen van Levi behoorden tot de mindere
geestelijkheid: dit waren levieten die naar
Fascikel 3
301
|