Later zag ik hen overnachten onder een afdak of open schuur en
ook nog eens ‘s avonds in een woud in een voor reizigers
bestemde hut; deze was van takken gevlochten en geheel met
levend groen en schone witte bloemen overgroeid; zij konden
toen nog 12 uren van Zakarias’ huis verwijderd zijn.
Zulke open veld- of loofhutten of ook stenen gebouwen treft men
daar te lande op vele plaatsen langs de grote wegen aan. Het zijn
herbergen waarin de mensen op hun reis overnachten, zich
verfrissen, uitrusten en de meegebrachte levensmiddelen bereiden
kunnen. Gewoonlijk heeft over zulke herbergen een
nabijwonende familie het toezicht en zij voorziet dan ook tegen
een kleine vergoeding in de noodzakelijkste behoeften van de
gasten.
90.
Inleidende bemerking.
Hier schijnt, zegt Brentano, een leemte in het verhaal te zijn.
De zienster verhaalt niet hun bezoek aan Jeruzalem en de tempel
voor het paasfeest.
Toch hebben zij dit zonder twijfel eerst gedaan, gezien het doel van
de reis van de H. Jozef, gezien ook het feit dat de zienster verder
verhaalt dat Zakarias daags vóór de aankomst van de H. Maagd, thuis
was gekomen van het paasfeest, dat dus geëindigd was.
Het verhaal gaat nu door.
Van Jeruzalem uit volgden zij niet de kortste weg naar Joetta,
doch zij maakten een omweg naar het oosten.
Zij trokken om een stadje, 2 uren van Emmaüs gelegen, en
reisden nu op wegen, die Jezus later in zijn openbaar leven meer
dan eens zal betreden196.
196 De omweg naar het oosten was gering; hij liep aan de oostkant van een
kleine heuvel die de Joden nu Ramat Rachel noemen, hoogte van Rachel,
omdat haar graf daar dichtbij ligt, tussen Jeruzalem en Bethlehem.
Fascikel 3
362
|